Zaandam – Twee inmiddels 17-jarige jongens uit Zaandam moesten maandag 27 oktober voor de jeugdrechter verschijnen. Destijds waren zij 14 en 15 jaar oud en werden ze verdacht van het dreigen met een ‘schoolshooting’ op een middelbare school in Zaandam, gepland op dinsdag 4 april 2023.
Op die dag ontvingen meerdere docenten van de school een e-mail met een dreiging tot een schietincident. Bij de mail zat een foto van een onherkenbaar persoon met een automatisch geweer. De school nam de dreiging serieus: de politie werd ingeschakeld en de deuren van de school bleven die dag gesloten. De situatie zorgde voor veel onrust onder leerlingen, ouders en personeel.
Ondanks de angst en paniek die hij had veroorzaakt, stuurde de destijds 15-jarige verdachte een e-mail waarin hij 100.000 dollar in cryptocurrency eiste om de dreiging te stoppen.
Onderzoek en aanvullende feiten
Tijdens het onderzoek kwamen nog meer strafbare feiten aan het licht. De twee jongens zouden zich hebben beziggehouden met digitaal oplichten van mensen en werden verdacht van oplichting in vereniging, computervredebreuk en het manipuleren van computergegevens. De 15-jarige verdachte had daarnaast hackingtools in zijn bezit en wordt verdacht van witwassen in vereniging.
Bovendien gebruikte hij de ID-gegevens van een klasgenoot om de dreiging in eerste instantie aan die jongen toe te schrijven, waardoor die klasgenoot ook werd aangehouden.
Strafeisen en rechtelijke uitspraak
Ruim 2,5 jaar na de dreiging zijn beide jongens inmiddels 17 jaar en hebben ze geen nieuwe strafbare feiten begaan. Dit, samen met hun jonge leeftijd destijds en het tijdsverloop, werd door de officier van justitie meegenomen bij de strafeis, hoewel benadrukt werd dat het om zeer ernstige feiten gaat.
De officier van justitie eiste tegen de destijds 15-jarige verdachte 135 dagen jeugddetentie (120 dagen voorwaardelijk) en een werkstraf van 200 uur. De rechtbank veroordeelde hem tot 135 dagen jeugddetentie, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een onvoorwaardelijke werkstraf van 100 uur.
De tweede verdachte kreeg een strafeis van 14 dagen jeugddetentie en een werkstraf van 100 uur. De rechtbank legde hem een werkstraf van 120 uur op, die bij niet-naleving kan worden vervangen door 60 uur jeugddetentie. Het voorarrest wordt in mindering gebracht op de taakstraf.
