Hilversum – Het Openbaar Ministerie (OM) ziet af van vervolging van een politiehondengeleider die in december 2021 zijn diensthond inzette tegen een 38-jarige man. De man liep daarbij blijvend bijtletsel op aan zijn been. Volgens het OM handelde de politieambtenaar echter uit noodweer: de inzet van de hond was gerechtvaardigd gezien de dreigende situatie.
Op 5 december 2021 kwamen meerdere meldingen binnen over drie dronken mannen die in een Hilversumse woonwijk overlast veroorzaakten. Zij zouden spullen op een auto hebben gegooid en zich agressief hebben gedragen. Toen politieagenten en een hondengeleider ter plaatse kwamen, weigerden de mannen de aanwijzingen van de politie op te volgen. De situatie werd grimmig en escaleerde toen het gebruik van wapenstokken en pepperspray geen effect had.
Volgens het OM benaderde een van de mannen, een 38-jarige Poolse man, de hondengeleider op een dreigende manier. De agent voelde zich daardoor genoodzaakt om zijn hond het commando te geven te bijten.
Onderzoek naar het optreden
Zoals gebruikelijk bij dit soort incidenten, werd een intern onderzoek gestart naar de rechtmatigheid van het politieoptreden. Uit getuigenverklaringen en camerabeelden bleek dat de situatie chaotisch was en dat de betrokken mannen zich agressief opstelden tegenover de agenten. Ook werd onderzocht of er een alternatief mogelijk was voor de inzet van de politiehond. Omdat eerdere middelen zoals de wapenstok en pepperspray geen effect hadden, achtte het onderzoek de inzet van de hond op dat moment de juiste beslissing.
Geen strafvervolging
Het OM oordeelt dat er sprake was van een noodweersituatie: de hondengeleider moest vrezen voor een aanval. Het toegepaste geweld wordt als proportioneel en rechtmatig beschouwd.
Hoewel de beten van de politiehond ernstig letsel veroorzaakten, ziet het OM geen grond voor strafvervolging. De officier van justitie vraagt daarom om ontslag van alle rechtsvervolging.
