Rechtbank: Afwijzing urgentieverklaring voor Zaanse woningzoekende blijft in stand

Haarlem – De rechtbank Noord-Holland heeft begin oktober geoordeeld dat de gemeente Zaanstad terecht een aanvraag voor een urgentieverklaring van een woningzoekende vrouw heeft afgewezen. De vrouw uit Zaanstad had om urgentie gevraagd vanwege ernstige gebreken in haar sociale huurwoning, maar volgens de rechtbank is geen sprake van een urgent huisvestingsprobleem in de zin van de wet- en regelgeving.

De zaak draaide om een aanvraag die de vrouw in juli 2024 indiende. Zij stelt dat haar woning kampt met schimmel en andere mankementen, waardoor ze gezondheidsklachten heeft ontwikkeld. De kwestie leidde al tot een civiele procedure, waarbij de kantonrechter de woningcorporatie in augustus 2024 verplichtte de gebreken te herstellen.

Toch wees de gemeente Zaanstad de aanvraag om urgentie af. De vrouw kan volgens de gemeente haar situatie via andere wegen verbeteren, zoals reageren op passende woningen via Woningnet. Daarbij heeft zij 41 zoekpunten, waarmee ze naar verwachting binnen afzienbare tijd andere woonruimte kan vinden. Ook kan ze zo nodig verdere stappen blijven zetten tegen de verhuurder.

Standpunt

De rechtbank volgt dat standpunt. In de uitspraak staat dat de slechte staat van een woning op zichzelf geen reden is voor urgentie. “Eiseres heeft in dit opzicht een conflict met de verhuurder. Daar kan zij het college niet mee belasten,” aldus de rechter.

Daarnaast meent de rechtbank dat de vrouw haar eisen met betrekking tot woonplaats – bij voorkeur in Landsmeer of Amsterdam-Noord vanwege mantelzorg voor haar ouders – niet mogen beperken dat zij elders woonruimte accepteert. Juist gezien de schaarste op de woningmarkt mag de gemeente van haar verwachten dat zij breder zoekt.

Niet dakloos

Ook een beroep op de hardheidsclausule haalt het niet. Hoewel de rechtbank begrip uitspreekt voor haar moeilijke situatie, vindt zij die niet zo uitzonderlijk dat hiervan moet worden afgeweken. Daarbij speelt mee dat de vrouw niet dakloos is en volgens de rechtbank “nog onbenutte mogelijkheden heeft om haar woonsituatie te verbeteren”.

De rechtbank verklaarde het beroep daarom ongegrond. De vrouw krijgt het betaalde griffierecht niet terug en ontvangt geen proceskostenvergoeding.

AANBEVOLEN ARTIKELEN

NET BINNEN

MEEST GELEZEN

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *